Mijn kind mag niets overkomen!

Jack Provily 8 feb 2016

Ik zie de jongeman wegfietsen. Bijna twee meter lang, paardenstaart, pluizig baardje, oordopjes, rode rugzak. Hij rijdt op een veel te kleine fiets. Met weemoed staar ik voor me uit. Wat is er gebeurd? Gisteren stond hij nog in de box….Gisteren pakte ik hem op, dolde wat met hem, knuffelde hem.

Ineens ben je in gesprek met een jongeman die aan jou probeert uit te leggen hoe hij naar de toekomst kijkt, wat zijn plan is. Ik voel dat mijn mening er niet meer toe doet. Tegen anderen hoor ik mezelf zeggen dat dit bij het leven hoort. Kinderen worden geboren, groeien op en gaan verder. Maar tussen het verhaal en het gevoel schuilt een wereld van verschil! Mijn gevoel heeft een ander tempo dan mijn verstand, wil niet loslaten, wil de tijd stoppen……
Ik wil nog zoveel dingen anders doen.
Impulsief en intuïtief heb ik, samen met mijn partner, opgevoed. Fouten gemaakt, verkeerde beslissingen, mindere keuzes. Dat ga ik straks beter doen. Maar: straks is nu opgelost, verdwenen. Ik kan het niet opnieuw doen.
Terwijl ik hem zie wegfietsen, vraag ik me af of we het goed genoeg gedaan hebben. Ik heb moeite om de dingen scherp te krijgen waar ik trots op ben in zijn opvoeding. Ik zie wel de dingen waar ik over twijfel, wat beter had gekund. Als hij later terugkijkt op deze periode, hoop ik dat hij er tevreden mee kan zijn en dingen anders doet dan wij omdat hem dat beter lijkt.

Het is bijzonder om de ontwikkeling van je kind te observeren. Welke eigenschappen van jezelf, van je partner, van je (schoon)ouders zie je terug?

Vul je elkaar aan of kom je elkaar tegen in de confrontatie?
Ik geniet van het verschil tussen ons. Ik bewonder hem vanwege zijn koelbloedigheid, zijn kalmte, zijn autonomie en zijn nuchtere kijk op de wereld. De spiegel die hij me voorhoudt, is een harde confrontatie met de werkelijkheid. Dat doet af en toe pijn maar laat ook zijn loskomen zien.

Ik weet dat ik hem geen lijden kan besparen. Dat weet ik, dat zit in mijn brein, is conceptueel. Maar ik schreeuw het uit van verdriet als ik daaraan denk. Mijn kind mag niets overkomen, hoort gelukkig te worden zonder diepe dalen.
Ik besef me dat ik hier bang voor was voordat hij in ons leven kwam. Mijn kwetsbaarheid zit in deze relatie, in deze verbinding, in het contact met hem. De liefde voor je kind maakt je stil, maakt je nederig, maakt je klein.

Daarmee vergeleken doet niets ertoe……