Het writer’s block van Sinterklaas

Bruun 21 nov 2016

Kent u dat, een writer’s block?
Ik heb er momenteel mee aan de stok.
Met rasse schreden voel ik 5 december naderen,
maar er zit stroop tussen mijn raderen.

Vanmiddag, het was tegen vijven,
wilde ik beginnen met het schrijven
van de bijna zes miljoen gedichtjes
voor allerhande ettertjes en wichtjes.

Met goede moed begon ik met een blanco vel
en dacht: dat vult zichzelf wel.
Maar na bijna zes uur koken in mijn creatieve sop,
is de bladzijde nog maagdelijk ten top.

Inmiddels is het bijna kwart voor elf
en de seconden tikken stukken sneller dan ikzelf.
Het ontbreekt me werkelijk aan inspiratie;
mijn scherm is en blijft een grote spatie.

Plotsklaps staat daar dan die eerste zin:
“Sinterklaas zat laatst te denken”, een goed begin.
Erop rijmen vergaat me echter moeilijk,
want een rijmwoordenboek vind ik verfoeilijk.
Zwenken, tanken, krenken, wenken;
ik kan geen passend woord bedenken.

Na wat gepieker en een uurtje tijd
is de tweede zin dan toch een feit:
“Sinterklaas zat laatst te denken,
wat hij jou dit jaar moest schenken.”
Toegegeven: ’t is niet veel,
maar het is tenminste origineel.

Nu zit ik weer zo vast als een betonnen huis,
terwijl ik kijk naar het vergrijzen van mijn muis.
De nachtelijke uurtjes zijn al aangebroken,
maar ik blijf van goede invallen verstoken.

Waar een vrouw haar toevlucht zoekt tot een vibrator,
probeer ik het maar met een gedichten generator.
En warempel, op gedichtengenerator.nl
verschijnen de coupletten razendsnel…

“Natuurlijk heeft de Sint aan jou gedacht.
Het meeste tropisch hardhout is niet zacht.
Worteltjes zijn prima voor het zicht.
Het dragen van een helm is wel verplicht.”

Hmm, qua creativiteit een dikke tien,
maar inhoudelijk wat zwak misschien.
Ik zit weer met mijn handen in het haar,
er rest mij niets meer dan: deleten maar.

Al snel verlies ik de strijd van mijn gegaap
en val achter mijn PC in slaap,
waar ik tot aan het ochtendgloren
wordt achtervolgd door blanco monitoren.

Eenmaal ontwaakt uit mijn gejaagde dromen,
besef ik dat dit nooit meer goed gaat komen.
Mijn leeftijd wreekt zich niet alleen in mijn gewrichten,
maar blijkbaar ook in mijn vermogen om te dichten.

Met tegenzin zal ik het volk moeten vertellen
dat men het zonder gedichten moet gaan stellen.
Hopelijk kan eenieder dit verlies verwerken
en blijft de psychische schade binnen perken.