De conducteur: een held die ondergewaardeerd wordt

“Er is weer iemand voorgesprongen.” Ik bevind me na een lange omweg eindelijk in de trein richting Amsterdam, en probeer het gesprek tussen twee vreemden te volgen. “Ja, ik weet het. Best wel triest, hè?” “Echt niet. Ik vind het belachelijk. We komen zo niet eens op tijd op onze bestemming.”

Later die dag loop ik samen met een vriendin door de straten van Amsterdam, ze is druk bezig met haar verhaal en ik luister aandachtig. “Eerst hoorde ik een ontiegelijk harde toeter, waarop het piepen van de remmen volgde. Dit kon niet goed zijn,” vertelde ze me. “De conducteur bij me in de coupé trok wit weg en rende onder luid gevloek de kamer van de machinist in.” Ze pauzeerde even, en ik nam de korte stilte dankbaar aan om alles te laten bezinken.

“Omdat ik me vlak bij de machinist bevond, kon ik het gesprek tussen de conducteurs volgen,” vervolgde ze. ”Fuck, we hebben ‘m geraakt. Fuck, fuck, fuck. Hij bedacht zich op het laatste moment, maar we hebben hem toch geraakt. Bel de hulpdiensten!”, probeerde mijn vriendin de stem van de conducteur te imiteren. Later bleek dat de conducteurs zo beduusd waren, dat het nog onmogelijk voor ze was om verder te reizen. Logisch, ze liepen een trauma op dat hun, hun hele leven zal achtervolgen. Geplaagd door de nachtmerries die zo levensecht lijken dat ze nooit zullen vervagen.

En terwijl in de kamer van de machinist het leven van twee conducteurs verandert, klinkt verderop in de trein, of misschien wel op de stations vlakbij, het geklaag van honderden mensen. Ze komen niet op tijd op hun werk, ze moeten alwéér een uur wachten en nu missen ze hun overstap. Ik weet dat dat gebeurt, ik ben er regelmatig zelf bij. Het mopperen op de NS en zijn personeel zet weer in, en als de reizigers later die avond aan tafel zitten bij hun gezin, hebben ze het alleen over dat stomme uur vertraging. Om vervolgens hun lamskoteletje mokkend op te eten.

Vergeten wordt dat de twee conducteurs die avond geen hap door hun keel krijgen, voor altijd gebrandmerkt door datgene wat ze die dag hebben gezien. Iedere keer opnieuw gaan werknemers van de NS naar het werk zonder te weten of ze die avond zorgeloos aan het diner kunnen zitten. Een aanrijding ligt altijd op de loer, evenals een mishandeling of een of ander opstootje. Een conducteur is in deze tijd geen gewone werknemer meer. Hij is een held die ondergewaardeerd wordt door zijn volk, en dat moet stopgezet worden.