Imre Himmelbauer
Imre Himmelbauer Nieuws 6 nov 2017
Leestijd: 4 minuten

‘Een levensverwachting van 150 jaar is realistisch’

We leven in een technologische revolutie waarin alle vernieuwingen op het gebied van technologie elkaar in razend tempo opvolgen. Tien jaar na de lancering van de eerste iPhone is vrijwel iedereen uitgerust met een smartphone en met proeven van zowel Google als Tesla lijkt ook de zelfrijdende auto niet meer ver weg. De grootste innovatie op het gebied van technologie staat ons echter nog te wachten. Het laatste beest dat we deze eeuw nog zullen temmen, is waarschijnlijk de dood zelf.

Dat klinkt misschien als science-fiction, maar de potentiële markt is niet alleen groot, maar zelfs oneindig. Tegenover Deutsche Welle vertelt de Israëlische historicus Yuval Noah Harari, die over dit onderwerp het boek Homo Deus schreef: „Andere markten zijn eindig, ze zijn verzadigbaar. Je kan maar zoveel auto’s, schoenen of voedsel hebben. Maar gezondheid is een oneindige markt – je kan er nooit genoeg van hebben. Als je kijkt naar de groei van de menselijke economie en de verwachte groei in de 21ste eeuw, denk ik dat gezondheid de belangrijkste markt van allemaal wordt.”

150 jaar

Willem Peter de Ridder, futuroloog en mede-directeur van het bedrijf Futures Studies, legt de theorie aan Metro verder uit: „In eerste instantie zijn we bezig om steeds ouder te worden. En er is heel veel technologie waardoor we de levensverwachting heel erg gaan oprekken. Een levensverwachting van 140, 150 jaar, dat is vrij realistisch met dingen die we nu al kunnen. Op mechanisch gebied kun je al heel veel dingen in je lichaam vervangen.”

'Een levensverwachting van 150 jaar is realistisch'
Willem Peter de Ridder. / Futures Studies

De Ridder werkt zijn beweringen uit met voorbeelden: „Dat zit hem bijvoorbeeld in het printen van botten. Er zijn ook experimenten waarbij we in 3D organen gaan printen van je eigen genetisch materiaal. En er zijn allerlei technieken waarbij je genen kan gaan bewerken. Als je het heel simpel uitlegt, is dat een soort knippen en plakken: je haalt een stukje DNA weg en vervangt dat door donor-DNA. Daarmee heb je eigenlijk je genen hersteld. Met dat soort dingen kun je de tijd dat een lichaam meegaat nog wel een flinke tijd oprekken."

Volgende stap

Dat is echter pas de eerste stap. De volgende stap is dat we niet alleen ons lichaam, maar ook onze geest gaan versterken met computers. „Dan hebben we het over transhumanisme. Dat wordt mogelijk doordat we hersenen en computers gaan verbinden. Dat noemen ze brain computer interface. Dat passen we nu bijvoorbeeld toe bij mensen met Parkinson. Daarbij maken we zieke mensen beter."

„Het vervolg daarop is dat we computerkracht toevoegen aan een gezond brein", vervolgt de futuroloog. Dat lijkt misschien een optie en niet relevant om ‘onsterfelijk’ te worden, maar volgens de transhumanisten ligt dat anders. De Ridder legt uit: „Er zijn mensen die zeggen dat als wij ons brein niet met computers gaan verbinden, dat we als menselijke soort niet zullen overleven omdat we ingehaald worden door kunstmatige intelligentie. Elon Musk van Tesla is bijvoorbeeld iemand die dat zegt. Als je computer en brein werkelijk zo met elkaar gaat verbinden, wordt je geest op een gegeven moment onafhankelijk van je lijf. Dat is wel iets wat je onsterfelijkheid kunt noemen."

Pensioen

Een van de grote problemen die komt kijken bij een dergelijke ontwikkeling, is het huidige pensioenstelsel. Wie straks 150 wordt, kan niet al met zijn 70ste met pensioen gaan. Corien Wortmann, voorzitster van pensioenfonds ABP, gaf al in een interview met het Algemeen Dagblad aan dat we naar een nieuw pensioenstelsel toe moeten, omdat het stelsel dat we nu hanteren niet meer aansluit op de huidige situatie.

Persvoorlichtster Asha Khoenkhoen van ABP vult tegenover Metro aan: „Op het moment dat wij willen zorgen voor goede pensioenen en we zien dat de levensverwachting stijgt, dan hebben we daar natuurlijk ons beleid op aan te passen. Dat gebeurt in politiek opzicht: in het nieuwe regeerakkoord heeft men het over hoe we om moeten gaan met dit soort gegevens. Past het pensioenstelsel nog in zijn huidige vorm als we dit soort ontwikkelingen zien? Daar probeert men politiek een antwoord op te vinden. Onze pensioenregeling maken wij alleen natuurlijk niet zelf. Die wordt bepaald door onze pensioenpartners. Die zitten ook aan tafel om over dit soort thema’s een koers uit te zetten.”

De Ridder vult aan: „We gaan nu naar individuele pensioenpotten. Dat lijkt me heel goed. Ik vind ook dat je straks moet kunnen beslissen wanneer je daar gebruik van maakt. Dat zou wat mij betreft op elke leeftijd kunnen. We hebben dat nu helemaal dichtgetimmerd. Maar in de situatie dat we 150 worden en meer dan 100 jaar werken, dan is het toch helemaal niet zo gek dat je tussendoor twee jaar wat anders wilt doen? Stel je voor dat je 110 jaar een pot gaat opbouwen. Dat is heel erg uitgesteld geluk en daar houd ik zelf niet van. Met zo’n lange levensduur moet je mensen zelf de keuze geven om flexibel met dat potje om te gaan."

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.